Het is verkiezingstijd! Dus de politieke ideeën vliegen ons allen weer om de oren. Als vakbond kijk je dan toch met speciale aandacht naar de ideeën vanuit linkse hoek. En met GroenLinks/PvdA op veel zetels in de peilingen, vooral naar hun verkiezingsprogramma. En daar staat zowaar onder de veelbelovende titel Versterkte positie vakbonden het volgende:
We voeren actief beleid om de positie van de vakbonden te versterken met de introductie van een algemene cao-bijdrage. Deze bijdrage wordt van alle werknemers gevraagd, waarna zij gratis lid kunnen worden van een vakbond naar keuze.
In eerste instantie klinkt dat mooi: een sterkere positie van vakbonden! Doen! Maar toen kwamen bij ons de vragen. Over de manier waarop. PvdA/ GroenLinks bedacht dat nodig is dat iedereen een bedrag betaalt voor lidmaatschap van een vakbond. En zo wordt de positie van vakbonden hier hoofdzakelijk gekoppeld aan financiering. De reden daarvoor is, naar ik aanneem, de al ruim zestig jaar dalende organisatiegraad van vakbonden. En in het kielzog daarvan de afnemende contributie-inkomsten. Maar in de jaren zestig, toen die daling van leden en inkomsten allang duidelijk was, hebben vakbonden en werkgevers(organisaties) een oplossing bedacht. Werkgevers dragen direct en indirect bij aan de financiering van vakbonden. Direct via werkgeversbijdragen, indirect via de oprichting van sociale fondsen die activiteiten van vakbonden en werkgeversorganisaties subsidiëren. En overigens dragen werknemers vaak al via de cao bij aan de inkomsten van die sociale fondsen, dus die eerste zin uit het GroenLinks/PvdA verkiezingsprogramma hebben we zestig jaar geleden al bedacht en uitgevoerd.
Het verkiezingsprogramma gaat ook niet in op de bestaande financieringsmethoden naast de contributie, en waarom die niet meer zouden werken. Evenmin geeft het verkiezingsprogramma aan, waarom de overheid een rol op zich zou moeten nemen op een terrein dat al vele decennia uitsluitend door sociale partners wordt geregeerd.
We vinden het tweede voorstel, dat iedereen dan gratis lid kan worden van een vakbond naar keuze, ook een probleem. Want het ‘gratis’ lid worden van een vakbond naar keuze klinkt weer mooi, maar is het dat ook? Wat nou als iemand juist principieel helemaal geen lid wíl zijn? Want de wettelijke vrijheid van vereniging houdt ook in de vrijheid om geen lid te worden, zo heeft de Hoge Raad bepaald. En waarom zou de overheid zich moeten bemoeien met de organisatie van een vereniging? Het verkiezingsprogramma zegt niet waarom de overheid een rol op zich zou moeten nemen op een terrein dat al vele decennia uitsluitend door sociale partners wordt geregeerd. Laat de overheid zich alsjeblieft niet bemoeien met bijvoorbeeld hoeveel contributie een vakbond wil heffen. Voor de vakbond van astronauten zal dat anders liggen dan voor de vakbond van prostitué(e)s. En dan lid worden van een vakbond naar keuze? Hoe zit het dan met de bevoegdheid van een vakbond om mensen al dan niet te accepteren als lid? De FNV heeft ooit besloten extreem-rechtse leden te royeren. Dichter bij huis, ook AVV heeft eens een aanmelding als lid geweigerd vanwege principiële bezwaren.
Dus goed bedoeld deze twee zinnetjes in het verkiezingsprogramma. Maar wij voelen onze positie als vakbond hier niet sterker van worden.