Retail non-food
Werkgevers en vakorganisaties* die betrokken zijn bij het Bedrijfstakpensioenfonds Detailhandel hebben op 28 juni 2022 in meerderheid een voorlopige keuze** gemaakt voor het solidaire pensioencontract***. Onderdeel van de keuze is een besluit om bij overgang naar de nieuwe pensioenregeling de bestaande rechten in te varen in de nieuwe pensioenregeling. Het was belangrijk om deze keuze vóór de zomer te maken omdat sociale partners nog steeds de ambitie hebben om per 1 januari 2024 over te gaan naar de nieuwe pensioenregeling.
De belangrijkste argumenten van sociale partners voor de keuze zijn:
-
handhaven van de verplichtstelling (geen concurrentie op deze arbeidsvoorwaarde);
-
partijen willen de bestaande pensioenaanspraken invaren in de nieuwe regeling;
-
streven naar een stabiele uitkering;
-
de keuze leidt tot lagere uitvoeringskosten, doordat sociale partners afspraken maken over de uitvoering van de pensioenregeling;
-
er is maximale vrijheid om de noodzakelijke reserves te vullen en te onttrekken;
Uitgangspunt voor sociale partners is een gelijkblijvende pensioenpremie van 24,75%.
AVV heeft een voorkeur voor de flexibele premieregeling. Helaas heeft de meerderheid van de sociale partners een voorkeur voor de solidaire premieregeling. De actuaris die sociale partners in dit traject ondersteunde was van mening dat de wetgever de flexibele premieregeling min of meer onmogelijk heeft gemaakt voor verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen (zoals het Bedrijfstakpensioenfonds Detailhandel). Dit argument speelde een grote rol bij de keuze.
*Vakorganisaties FNV, CNV, De Unie en AVV en werkgeversorganisaties RND en VPBD.
**De keuze is nog voorlopig omdat op dit moment nog niet alle aspecten van de nieuwe Pensioenwet duidelijk zijn.
***Sociale partners hebben zich bij laten staan door een deskundig actuarieel advieskantoor.